Het werk van Talib omvat 7 boeken en steeds als ik het boek op mijn schoot had liggen, voelde ik de enorme hoeveelheid passie en wilskracht waarmee dit werk tot stand is gekomen. Het is een levenswerk, een magnus opus. Mijn fascinatie voor deze auteur groeide naarmate ik verder kwam in het boek. (later kwam ik erachter dat de man in omgang verschrikkelijk zou zijn en een anti-sociale persoonlijkheidsstoornis zou hebben…) De biografie van Taleb en zijn familie is indrukwekkend en kent vele omkeermomenten. Hij deelt ook veel uit zijn leven. Dat hij nooit van tevoren afspraken maakt, maar altijd pas op de dag zelf. Over zijn lange periodes van afzondering op zijn zolderkamer.  Over de vele tegenslagen in zijn leven en hoe dat het belangrijkste impuls werd voor succes. (Deze man schijnt overigens niet heel veel sympathie op te wekken bij mensen. Ik heb veel negatieve reacties gelezen op zijn persoonlijkheid, zijn optreden naar de pers toe..) Maar goed…dit werk is uitdagend: het bevat veel schema’s, wiskundige formules, stukken grondtekst in het Grieks en Latijn, kansberekeningen, veel filosofie. En: veel nieuwe begrippen. Hij spreekt bijvoorbeeld over een rationele flaneur: iemand die bij elke stap naar bevind van zaken besluit zijn tijdschema (of bestemming) aan te passen om dingen die op nieuwe informatie gebaseerd zijn op zich te kunnen laten inwerken. (in het onderzoek en het bedrijfsleven heet het flaneurschap ‘zoeken naar optionaliteit’. Het is een niet-narratieve levenshouding.) Hij gebruikt ook veelvuldig het begrip Iatrogenese in brede zin: schade, kwalijke bijverschijnselen van het handelen van beleidsmakers en werkzaamheden van professoren. En nog een mooie: een fragilista. Dat is iemand die fragiliteit veroorzaakt omdat hij denkt te weten hoe het zit. Ontbeert doorgaans ook gevoel voor humor.  Of wat te denken van ‘opake heuristiek’: routinehandelingen in samenlevingen die geen nut lijken te hebben, maar al lange tijd op dezelfde manier plaatsvinden en om onbekende redenen blijven voortbestaan.

Ik waag me niet aan een korte samenvatting van die bijna 500 pagina’s. Ik deel enkele citaten, allemaal omschrijvingen van antifragiliteit, dingen die baat hebben bij wanorde en stress:

“Politici richten zich in hun speeches, beleid en beloften op de vage begrippen van veerkracht en soliditeit, niet op anti-fragiliteit. Tegelijkertijd verstikken ze de mechanismen van groei en ontwikkeling. wat we hebben bereikt, hebben we niet bereikt dankzij het laffe begrip veerkracht. sterker nog, wat we hebben bereikt hebben we niet bereikt door beleidsmakers- maar door de bereidheid van een bepaalde groep mensen om risico’s te nemen en fouten te maken, en die mensen moeten we aanmoedigen, beschermen en respecteren.” (p.8)

“Hoe moet je vernieuwen? Probeer allereerst in de problemen te komen… Serieuze problemen, die je niet fataal worden.”(p.37)

“Het is verbijsterend dat we niet het meest geholpen worden door hen die ons proberen te helpen, maar eerder door hen die actief proberen ons te schaden, maar daar uiteindelijk niet in slagen.” (p.49)

De heimelijke behoefte aan verandering: “Als je geen wasmachine of koekkoeksklok bent- kortom als je leeft- is er iets diep in je ziel dat houdt van een bepaalde mate van toeval en wanorde.” (p.60)

“Het is de kernillusie van ons bestaan: dat toeval riskant is, dat het iets slechts is- en dat eliminatie van toeval mogelijk is door toeval te elimineren.” (p.82)

“Interventionisme heeft een misleidende kant, die in een geprofessionaliseerde samenleving sneller de kop opsteekt. ‘Kijk eens wat ik voor je heb gedaan’is veel gemakkelijker te verkopen dan ‘kijk eens wat ik voor je heb voorkomen.’ Uiteraard wordt dat in de hand gewerkt door een op ‘prestaties’gebaseerd bonussysteem.Ik ben in de geschiedenis op zoek gegaan naar helden die helden werden om wat ze niet hebben gedaan, maar het is lastig om niet-handelen waar te nemen.”(p.119) “De beste manier om de invloed van interventionisme te verzachten is om de toevoer van informatie te bepreken, op een zo naturalistisch mogelijke manier. dat is iets wat in het internettijdperk moeilijk te accepteren is. ..hoe meer data we krijgen, des te minder goed we weten wat er gaande is, en des te meer iatrogenese we veroorzaken. Mensen denken nog steeds dat ‘wetenschap’meer data betekent.”(p.126)

‘..praktisch alle oplossingen voor onzekerheden hebben de vorm van halters…: … twee extremen, met niet in het midden. Je zou de halter-strategie strikt genomen ook een ‘bimodale strategie’kunnen noemen, aangezien er sprake is van twee verschillende modi in plaats van een enkele, centrale modus.”(p.159) “Dat is ook wat Seneca besloot te doen: aanvankelijk leed hij een zeer actief, avontuurlijk leven, maar daarna trko hij zich terug om te schrijven en te mediteren. Hij koos niet voor een ‘gemiddelde’combinatie van beide.”(p.163)

Het grootste obstakel voor de ontwikkeling van kinderen: de hockeymoeder. zij proberen trial-and-error, de antifragiliteit, uit het leven van kinderen te verwijderen…

“Je zou bijna zeggen dat moderniteit elke druppel variabiliteit en toeval uit ons leven heeft geperst met als ironisch resultaat dat de wereld een stuk onvoorspelbaarder wordt, alsof de godin van het toeval het laatste woord wilde hebben. Alleen de autodidact leeft in vrijheid. En niet allen in het onderwijs- zij die zich onttrekken aan de vervlakking draaien de toeristifcatie van hun leven terug. Sport is erop gericth toeval keurig te verpakken en aan te bieden- een vorm van vervreemding. “(p.238) (Seneca: we studeren niet voor het leven, maar enkel voor het klaslokaal)