Nietzsche liet Zarathoustra zeggen: ‘Wie sterren wil baren, moet chaos in zichzelf dragen’. Dat is precies waar het in zinvindingsprocessen om te doen is. Want betekenis ontstaat door verschil. Nietzsche zei over de mens dat de mens het nog niet vastgestelde dier is: Ik ben het een én het ander. Er zijn met elkaar conflicterende gedaanten in de mens verzameld. Worden wat je bent betekent dan dat je jezelf in het ‘nog niet’ moet houden. Het gaat erom die tegengestelde (grens)ervaringen in een mensenleven te verenigen maar met behoud van de spanning, anders wordt het verschil onverschillig.

Het verschil met ‘leven met tegenstellingen’ is dat het leven met die polariteiten een beweging oproept en veronderstelt. Terwijl tegenstellingen maken dat de beweging stagneert. In het proces van herijken van zinbeleving gaat het om een lemniscatisch bewegen tussen de polen. Dat betekent dus ook dat het leven geen project is om af te ronden, maar een voortdurende opdracht die nooit ‘af’ is. Deze kijk op het leven bepaalt het eigene van het vak van geestelijk begeleider. Geestelijk begeleiders zijn er niet om tegenstellingen en problemen op te lossen, om orde te creëren in de chaos met behandelplannen en oplossingsstrategieën, om te stagneren en in te dammen. Maar juist om beweging op gang te brengen, om te ont-stollen. Om mensen niet naast of boven die complexe stroom van het leven te zetten, maar om ze onderdeel te laten zijn van die stroom. Niet als toeschouwer of als manager, maar als deel ervan. De geestelijk begeleider zet de mens er midden in en zegt: jij speelt een rol in dat grote verhaal. Je staat er niet boven, bent er geen slachtoffer van, maar staat er midden in. En je opdracht als mens is om steeds weer te ontdekken wat dat leven van jou wil, van binnenuit. Wat is je bedoeling, jouw purpose in life? De opdracht is, die bedoeling te aanvaarden als een gave- een gegevenheid.