“Want wat is, los van alle beelden omtrent jezelf, los van al je identificaties, los van de verschillende categorieën waarin je jezelf plaatst, los van elk houvast, gestript van de verschillende rollen die je speelt, je echte zelf? Wie ben je in je voor niemand te vatten uniciteit? De toegang daartoe is, dunkt me, je godgegeven eenzaamheid. Juist omdat je uniek bent en daarin onverhuld, naakt, echt, juist daarom ben je eenzaam. In die eenzaamheid ligt dan ook de ingang tot het besef wie je in diepste zin bent: dit unieke individu, deze enkeling.”(J. Bor, 2012, p.80)