Het boek Wilskracht van Baumeister is een indrukwekkende studie naar de betekenis van wilskracht in een mensenleven. De mate van zelfbeheersing is een betere indicator van succes dan het IQ. Mensen met goede zelfbeheersing blijken uitzonderlijk goed in staat veilige en bevredigende relaties met anderen te vormen en onderhouden en zijn emotioneel stabieler. Maar: wilskracht is eindig en raakt uitgeput bij gebruik. Het nemen van besluiten kost bijvoorbeeld immens veel wilskracht. De Rubicon oversteken blijkt geestelijk zware arbeid. Beslissingsmoeheid beïnvloedt alles. Iedereen wordt er elke dag door beïnvloed. Om je wilskracht optimaal te benutten kun je het beste een deel ervan gebruiken voor voldoende slaap. En: geen glucose, geen wilskracht. Dat verklaarde voor mij waarom collectanten altijd vlak voor etenstijd bij mij aan de deur staan…

Een beperkte, concrete focus op het hier en nu gaat zelfbeheersing tegen. Terwijl een brede abstracte focus op de lange termijn deze bevordert. Dat is een reden waarom gelovigen relatief hoog scoren op zelfbeheersing. De zelfbeheersing van gelovigen komt niet enkel voort uit angst voor Gods toorn, maar uit het waardestelsel dat zij zich hebben eigen gemaakt en dat hun persoonlijke doelen heiligt. Opmerkelijk vond ik de opmerkingen in dit boek t.a.v. opvoeding van kinderen. De auteurs stellen dat zelfwaardering kinderen niet succesvoller. eerlijker of anderszins betere burgers maakt. Wat de rol van de genen ook mag zijn, kinderen uit eenoudergezinnen worden beïnvloed door een voor de hand liggende omgevingsfactor: er zijn minder ogen die toezicht houden. En controle is een cruciaal aspect van zelfbeheersing en twee ouders zien meer dan een. Wie kinderen alleen opvoedt, is zo druk bezig met elementaire zaken zoals de kost verdienen, de kinderen gezond houden, etc. dat het opstellen en handhaven van regels op de tweede of derde plaats komt. Twee ouders kunnen de taken verdelen zodat ze meer tijd en fut hebben voor karaktervorming van hun kinderen, aldus de auteurs. Hoe meer kinderen gecontroleerd worden, hoe meer ze gelegenheid hebben zelfbeheersing aan te leren.