Deze week sprak ik met iemand over beschermengelen. Geen alledaags onderwerp, zelfs voor mij niet. Vlak na het gesprek stapte ik in de auto, reed de snelweg op, keek een ogenblik naar rechts en… zag een prachtige regenboog. Zo mooi! Mijn hemel, wat een dag. En vandaag werkte ik een stapel oude kranten door en werd nogmaals getroffen door de hemel. In Trouw stond op zaterdag 12 december namelijk een fantastisch interview met de auteurs van een boek over Dionysius de Aeropagiet, namelijk Desanne van Brederode en Michiel ter Horst. Deze Dionysius, theoloog uit de vijfde eeuw na Christus, schrijft in zijn oeuvre onder andere over de hemelse hiĆ«rarchie, over de verschillende soorten hemelbewoners (serafijnen, aartsengelen, cherubijnen, etc.). Ter Horst zegt daar in het artikel over:”Alles draait bij Dionysius om een eenheid. Eenwording. Hoe je eenheid kunt denken in een wereld van veelheid. Dionysius zegt zelf dat je die massa’s engelen dan ook zinnebeeldig moet opvatten. Het zijn symbolen. Het gaat hem erom dat we zichtbare beelden nodig hebben om het onzichtbare duidelijk te maken. Wij hebben een veelheid aan zichtbare symbolen nodig om contact te krijgen met de onzichtbare Ene.” … “Dionysius helpt ons bij de aloude vraag hoe we vanuit een verdeelde, chaotische wereld de eenheid kunnen denken. En hij reikt ons de gedachte aan dat we daarvoor niet kunnen zonder zinnebeelden. In de jaren zestig zagen de mensen voor het eerst beelden van de aarde vanuit de ruimte. Ze zagen die prachtige blauwe parel en beseften: ‘we hebben maar een aarde en daar moeten we zuinig op zijn ‘. Je hebt steeds beelden nodig die een verdeelde wereld op het pad van de eenheid kunnen brengen.”