Preek/overweging gehouden in de Dominicus op zondag 11 februari 2024
Ik was twee weken geleden een weekend weg met mijn gezin. In een heel leuk boshuisje. Maar u weet misschien al dat ik twee pubers heb thuis. En die hadden er geen zin in en dat lieten ze duidelijk merken. Dus je kunt raden hoe mijn humeur was toen ik na een volle werkweek met die twee pubers richting de Veluwe ging.
Bij binnenkomst in het boshuisje ploften ze neer op de bank. Ik werd een beetje lacherig toen ik ontdekte dat ze omringd waren met verschillende kussens waar op stond: Geniet! En: Pluk de dag! Het bleef niet bij de kussens. Ook het serviesgoed was beschreven met soortgelijke teksten.
Maar het had geen effect. Het was allesbehalve genieten.
Niet alleen vakantiehuisjes bezigen het 11e gebod – Gij zult genieten – maar ook organisaties en bedrijven. Daar is de inzet een positief werkklimaat. Want dankzij een positief werkklimaat verhoog je de duurzame inzetbaarheid van je personeel en behaal je betere resultaten.
Een van de pijlers van zo’n positief werkklimaat is waardering. Geef dat schouderklopje, vier die resultaten en beloon de inzet, is het advies. In veel organisaties is positiviteit en werkgeluk een belangrijke kernwaarde geworden. En dat gaat vaak samen met de toegenomen aandacht voor sociale onveiligheid op de werkvloer.
Je zou zeggen: dat gaat de goede kant op. 1-0 voor meer menselijkheid in onze arbeidssystemen. En toch ben ik kritisch op deze ontwikkeling. Mijn zorg is dat we met die schouderklopjes en het delen van successen te veel richting een dressuur gaan van menselijk gedrag in organisaties. Dat de mens gereduceerd wordt als producent van nut en ‘output’. En ook omgekeerd: dat ik als mens voortdurend uitgenodigd word om de ander te beoordelen op z’n nut. Ik word gek van al die beoordelingsverzoekjes na iedere dienstverlening die ik heb ingekocht. Dagelijks word ik gevraagd om mensen te beoordelen of om successen van bedrijven en organisaties mee te vieren. Hoe goedbedoeld ook, de inzet voor een positief werkklimaat kan onveiligheid juist aanwakkeren. Want waardering werkt ook competitie in de hand. En competitie is juist een bedreiging voor de sociale veiligheid in de groep. Dus voor je het weet maak je het met al die schouderklopjes juist onveiliger.
En het is een verschraling van ons vermogen als mens om betekenis te geven aan de wereld om ons heen als we steeds maar uitgenodigd worden om met een duimpje omhoog of een duimpje naar beneden de wereld te beoordelen. We moeten oppassen dat we niet het vermogen verliezen om de werkelijkheid zinvol te ervaren.
Want we geven via taal betekenis aan handelingen en ervaringen. Zonder taal en interpretatie is zelfs geen betekenisvolle ervaring mogelijk.
De filosofe Hannah Arendt gebruikt in dit verband het woord anesthesie. Zij stelt vast dat overal het verschraalde, vereconomiseerde, eendimensionale woord dominant is. De geijkte formule waarmee de mens zijn plaats in het systeem weliswaar beveiligt, maar, zegt ze, waarmee de mens tevens anesthesie pleegt op het volle leven.
Deze serie, Om menselijke systemen, nodigt ons uit om kritisch te kijken naar de tirannie in onze systemen. En de tirannie die nu gaande is in onze systemen is die dominantie van prestatie- en nuttigheidscriteria die ons disciplineren en dresseren. Andere criteria kunnen niet meer aan bod komen omdat de taal waarin dit mogelijk wordt, verdwijnt.
En die tirannie voel ik dagelijks in mijn rol als geestelijk verzorger in het bedrijfsleven. Er wordt een aanhoudend appel op ons, geestelijk verzorgers, gedaan om effectrapportages op te stellen, om tevredenheidsmetingen te doen, om verslagen te schrijven volgens een vast format. Ik blijf me verzetten.
Het verhaal uit Spreuken helpt mij om op een andere manier te kijken naar werkplezier en wat er nodig is voor een positief werkklimaat. Het scheppingsverhaal uit Spreuken lijkt in veel opzichten op het verhaal in Genesis. Het is een hervertelling, vanuit het perspectief van de Wijsheid. Zij is de uitvoerster die naast God stond tijdens de schepping van de wereld. Ze zegt: Ik stond als uitvoerster aan zijn zijde, en ik was zijn vreugde, mij dag in dag uit verheugend over zijn aardrijk en ik vond mijn vreugde bij de mensen.
In Genesis lezen we hoe God na iedere dag zag dat het goed was. Bijna als een kunstenaar die even afstand neemt van zijn werk om te kijken naar het resultaat. In Spreuken staat God niet op een afstandje te kijken, maar lezen we hoe God tot diep in het menselijk bestaan ingedaald is, tot in onze diepste vreugde. Veel meer dan in Genesis ervaren we in dit verhaal de schepping van deze wereld als een creatieve, vreugdevolle onderneming. De scheppingsdaad is bovenal een gedeelde ervaring. Scheppen is samen verheugen.
Dit verhaal in Spreuken zegt: voor het bestaan in de wereld heb je een ander nodig. Wat het bestaan de moeite waard maakt is je mee laten slepen door waar een ander verrukt van is. Het is het spel om de aandacht van de ander te winnen voor iets wat jij mooi vindt. Dit spel kan iemand doen groeien in wie hij is. Jezus zei het nog krachtiger: Jullie zijn het zout van de aarde, het licht van de wereld. Laat zo jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede werken zien en jullie Vader in de hemel verheerlijken.
Je mee laten slepen door waar een ander verrukt van is, elkaars vreugde overnemen, dat is als dansen. En dat is misschien wel een mooie graadmeter voor een positief werkklimaat: dat er gedanst wordt.
Maar dansen kan ook heel verkrampt worden. Als we te veel bezig zijn met de techniek en de juiste pasjes en dat het precies klopt. Wanneer er krampachtig gedanst wordt in een organisatie of team, dan word ik gevraagd of een andere adviseur. En de verkramping die ik zie gaat vaak over dat wat er niet gezien of gehoord wordt.
In organisaties waar positiviteit en werkgeluk de norm zijn, wordt verdriet, onmacht en wanhoop niet gezien en gehoord. En waar verdriet en wanhoop niet gezien wordt, kan er ook geen echte vreugde zijn. Niet voor niets zitten in de traditionele liturgie het kyrie – Heer ontferm u – en het gloria – God lof! – vlakbij elkaar. Echte vreugde doet recht aan alle pijn en verdriet. Het is geen oppervlakkige blijheid, die het verdriet ontkent.
Vreugde in de Hebreeuwse Bijbel is iets wat je deelt en waarin we Gods aanwezigheid mogen ervaren. Vreugde is iets wat je overstijgt, wat je overkomt en niet kunt grijpen.
Hoe kunnen we ruimte maken voor die vreugde in onze arbeidssystemen? Hoe zorgen we ervoor dat werken, samen verheugen is? Dat we samen kunnen dansen?
Eerder in deze serie sprak Alle van Steenis over het belang van communicatieve processen en de ideeën hierbij van Jürgen Habermas. Hij had het over worden als vogels in de lucht. En dat dit vraagt om in staat te zijn de controle op te geven, jezelf beschikbaar te maken voor anderen. Zodat we voor elkaar het zout der aarde worden. Zodat er ruimte komt voor echte kwaliteit, een goed gesprek, geïnspireerd raken door elkaar.
En dat is ook spannend omdat dit ruimte vraagt voor wat schaars is in organisaties, namelijk voor emoties en belevingen van mensen. Als ik teams weer moet leren dansen, dan gaat het vaak over hoe ze ruimte kunnen maken voor het delen van emoties in hun team. Hoe ze met elkaar maar ook met hun klanten kunnen praten over de betekenis van hun werk, hun bewogenheid, hun diepere motieven. Hoe meer er op dat gebied gedeeld wordt, hoe sterker de groep en hoe meer ziel een organisatie krijgt.
Alleen wie zich door mensen en hun levensverhaal laat raken, is in staat hen te zien als meer dan producenten van nut en ‘output’. En ruimte maken voor de mens in een organisatie begint soms heel simpel met de vraag: hoe raakt dit jou of hoe raakt dit jullie? En dat blijkt een spannende vraag in organisaties. Meestal komt er dan als antwoord een overtuiging of een gedachte. De beleving, het gevoel of de emotie blijft nog onbenoemd. En dan vraag ik het nog een keer. En dan wordt het stil. Spannende momenten voor mij. Want ik vraag om verbinding te maken met wat mensen ten diepste beweegt. Verdriet, blijdschap, boosheid, vreugde. Ignatius van Loyola zei: Want niet het vele weten verzadigt en voldoet de ziel, maar wel het innerlijk voelen en smaken.
Zoals vorige week gebeurde in het boshuisje. De puberbuien hadden mijn gemoed die vrijdagavond behoorlijk aangetast. En ik vluchtte even naar buiten om daar in mijn eentje een zacht erbarme aan te roepen. En toen ik even later omhoogkeek zag ik daar een prachtige sterrenhemel en ik voelde een kyrie in mij opwellen. En ik was blij dat ik die ervaring niet hoefde te reduceren tot drie duimpjes en een smiley. Maar dat ik taal had om te zingen: Om alles ga ik dit leven, om alles of niets met jou.
Moge het zo zijn!