Het boek Tipping Point uit 2001 is, anno 2018, alles behalve achterhaald. Ik las het met plezier omdat Gladwell de moeite heeft genomen om allerlei theorieën over het ontstaan van trends aan de hand van prachtige voorbeelden te illustreren. Het is allemaal niet heel nieuw en onbekend, wat hij schrijft. Maar het is zo fijn om een en ander weer eens betekenisvol bij elkaar gezet te krijgen. EN: het verruimd weer even je blik op de werkelijkheid. Je kijkt weer anders naar de maatschappij en naar de mensen.

Gladwell is van mening dat je trends het best kunt beschouwen als epidemieën. Ideeën en producten en boodschappen en gedragsvormen verspreiden zich op dezelfde manier als virussen. Daar horen begrippen bij als: besmettelijkheid en exponentiële groei (kleine veranderingen kunnen grote gevolgen hebben/ omslagpunten). En hij introduceert in dit verband drie soorten mensen die een cruciale rol spelen bij mondeling verspreide epidemieën: verbinders, kenners en verkopers. Verbinders zijn mensen met een enorm netwerk; zij verzamelen als het ware mensen en hebben daar lol in. Ze verbinden diverse werelden met elkaar omdat er vele voor hen toegankelijk zijn. Ze zoeken dus contact met iemand die niet tot hun wereld behoort: iedereen is interessant en is een vat vol potentieel. Dan zijn er de kenners: zij verzamelen geen mensen maar kennis. Dat zijn de mensen naar wie je toe gaat als je een nieuwe smart-phone wilt kopen maar niet weet welke. De kenners zijn marktkenners: dit is de persoon die andere op de markt introduceert en die van de hoed en de rand weet. Ze zijn niet alleen maar deskundig, ze hebben ook een sociaal motief voor het verzamelen van kennis. Ze willen anderen voorlichten en helpen. En beslist niet ergens van overtuigen. Dat laatste is een kenmerk van de verkoper: de ‘zenders’. Dat zijn mensen met een speciale persoonlijkheid. Zij doen als het ware aan ’emotionele besmetting’, ze steken mensen aan. Er bestaat een ‘Affectieve Communication Test’ waarmee je kunt uitzoeken in welke mate je een zender bent. Vragen zoals: Kun je stil blijven zitten als je goede dansmuziek hoort?; Hoe hard lach je altijd?; Raak je je vrienden aan als je met hen praat? Drie typen dus. Een paar schoenen of een nieuwe film kan alleen al zeer besmettelijk worden en een omslagpunt bereiken doordat een bepaald type persoon zich ermee bemoeit. Ander belangrijk punt dat Gladwell uitwerkt is de kracht van de context: de sleutel om mensen hun gedrag te laten veranderen wordt vaak bepaald door de kleinste details in hun directe omgeving. Mensen zijn veel ontvankelijker voor hun omgeving dan meestal wordt aangenomen. Gladwell bespreekt in dit verband onder andere de theorie van de kapotte ramen.  Kleine, ogenschijnlijk onbeduidende overtredingen die schadelijke zijn voor de kwaliteit van het leven dienen als omslagpunten voor geweldsmisdrijven. En ook karakter is veel minder stabiel en eenduidig en juist heel contextafhankelijk. En verder in die lijn: ‘peers’ hebben meer invloed in de opvoeding van kinderen dan hun ouders. Aardig is ook dat hij de theorie over het transactieve geheugen behandelt. Mensen die elkaar goed kennen ontwikkelen een gemeenschappelijk geheugen. Oftewel: samen onthoud je meer van een gebeurtenis dan alleen. Dat is waarom bij verlieservaringen, mensen ervaren dat ze een deel van hun geest verloren hebben. Ook bij organisaties is er een transactief geheugen, maar dan alleen bij organisaties van max 150 mensen. Een pleidooi dus ook om organisatieverbanden binnen die 150 mensen te houden (de regel van 150) .