Hoe een eindeloze verkeersopstopping toch het hoogtepunt van de week werd omdat ik in de auto luisterde naar een prachtig levensverhaal: een interview van Lex Bohlmeier met Rik Ruigrok (van De correspondent en ook te beluisteren op Spotify). Rik is circulair houtbewerker. Maar bovenal: een echte verhalenverteller. Hij maakt meubels van gebruikt hout. Klinkt misschien niet echt spannend. Maar ik was er zo van onder de indruk. Voor mij ging het verhaal niet alleen over de liefde voor hout, over ambachtelijkheid of over hoe je duurzaam kunt ondernemen en leven. Zijn verhaal beschouw ik bovenal als een prachtige bedrijfsfilosofie.

In zijn fabriek zijn planningen en routines betekenisloos omdat iedere order of opdracht begint met twee onzekerheden: Welk materiaal hebben we? En wat wil de klant eigenlijk? Er is geen catalogus met voorbeelden. En de voorraad hout is niet gestandaardiseerd of voorspelbaar. Van elke plank kent zijn team de herkomst. En hij vertelt dat ze soms maanden bezig zijn om een partij hout geschikt te maken om te verwerken, terwijl ze nog niet eens weten of, wanneer of waarvoor ze het gaan gebruiken. Of dat er ineens een paar grote vrachtwagens met hout geleverd worden die de hele werkplaats onbegaanbaar maakt en waardoor alle processen stoppen en iedereen bezig is om dat hout weg te zetten. Even voor de duidelijkheid: we hebben het hier over een goed lopende onderneming. Een onderneming die onzekerheid en onvoorspelbaarheid niet probeert te beheersen. Hier geen spreadsheet-management. Deze benadering vraagt om een maximale afgestemdheid op de klant en op het materiaal. Er is geen systeemwereld die hen daarvan afleidt. En dat gaat goed omdat iedereen in dat bedrijf er steeds is, met alle aandacht in het hier en nu, op de werkvloer.

Over zijn team zegt hij: ‘Wij zijn hier allemaal redelijk individuele zielen die hier werken, dus ik ga mijn collega’s echt niet aansturen. Dus als die zien, er ligt iets klaar, dan denken die, nou, dat kunnen we wel even lijmen’. En dat aansturen, dat wil hij ook helemaal niet. Hij typeert zichzelf als een anti-leider: ‘Ik kan helemaal niet plannen of managen. Ik heb zelfs geen horloge.’ Toch is hij een succesvol leider. Dat komt door zijn passie en bevlogenheid. Maar vooral omdat hij een hoger doel (purpose) nastreeft met zijn onderneming: een circulaire economie in gang zetten. Of nog dringender geformuleerd: de planeet redden van zijn ondergang. Mensen die met hem samenwerken, verpest hij voor het leven, zegt hij. Zo indringend is hij in het uitdragen van zijn missie. Het succes van zijn team heeft alles te maken met de diepmenselijke behoefte om van betekenis te zijn. Mensen willen een deel van een groter en betekenisvol geheel zijn (sense of belonging).

Nog een laatste parel uit deze podcast: ‘En dan komen hier allemaal mensen die iets met duurzaamheid doen. En die vinden dat allemaal prachtig wat we hier doen. En als ik dan vraag, wat doe je zelf? Wat ben je zelf van plan? Dan hebben ze ontzettend veel ambities. Maar vier jaar later spreek ik ze weer en dan zijn ze er nog steeds over aan het vergaderen. En volgens mij moet je gewoon beginnen en aanpakken. Wat is nu het geheim? Gewoon beginnen! En je loopt vanzelf tegen een probleem aan en dan los je dat probleem op.’ Ik ben een Rotterdammer en dan resoneert meteen de uitspraak ‘niet lullen maar poetsen’ in mijn hoofd. De waarde van deze uitspraak lees ik in veel managementliteratuur terug. Bijvoorbeeld in het boek Durf het Verschil te Maken van Merlijn Ballieux & Guido vd Wiel (Aanrader!!). Een valkuil in verandertrajecten is het uitstellen van de daadwerkelijke verandering. Er gaat tijd verloren aan planning en aan het praten over de gewenste verandering. Het praten over de verandering stelt het werken aan de verandering uit.